Energie-U op de koffie bij… Mitros en Bo-Ex

Dit is waar woningcorporaties in Utrecht tegenaan lopen: Energiemaatregelen zijn simpelweg niet rendabel. ‘Over tien jaar is de corporatiesector uitgeput qua financiële middelen’, zegt Bo-ex-directrice Marije Eleveld. Onze directeur Sander Willemsen ging bij haar en Mitros-directeur Henk Peter Kip op de koffie voor een gesprek over hoe woningcorporaties bijdragen aan de energietransitie.

Het gesprek vindt plaats op kantoor van Mitros, op een hoekpunt van de Merwedekanaalzone.

“Corporaties zijn de grootste investeerder in de energietransitie in de stad”
Henk Peter Kip en Marije Eleveld

Waar houden jullie je mee bezig?

Marije: “Woningcorporaties houden zich bezig met het beheren en aanbieden van voldoende betaalbare sociale huurwoningen. Voor ons is nieuwbouw de grootste opgave, zeker in een stad als Utrecht. En zorgen dat wijken goed in balans blijven, dat de leefbaarheid op orde blijft. Dat betekent bijvoorbeeld dat we in Overvecht, met een hoog aandeel sociale huur, investeren in de Ivoordreef waarbij niet alleen sociale huur terugkomt maar ook andere woningen voor andere doelgroepen. Gevolg is dat we meer sociale huur nodig hebben elders in de stad.”

De Utrechtse corporaties bezitten ca 46.000 zelfstandige en 10.000 onzelfstandige woningen in Utrecht. Die 46.000 is 30% van het totaal aantal woningen in de stad.
Mitros verwacht de komende jaren te blijven werken aan renovaties op een tempo van 700 woningen per jaar, wat ook op energetisch gebied een flinke verbetering brengt. Met die renovaties is per jaar zo’n 50 miljoen euro gemoeid, waarvan een flink deel voor de energieaanpak is bestemd. 

 

Henk Peter: “We beheren maatschappelijk vermogen. Dat zetten we in op onze drie hoofddoelen Beschikbaarheid, Betaalbaarheid en Kwaliteit. Beschikbaarheid is voor ons het belangrijkste. Locaties dus voor nieuwe woningen, overal in de stad.  Energie is geen hoofddoel. Dit is onderdeel van kwaliteit.”

Hoe belangrijk is duurzaamheid voor jullie? 

“Energietransitie is snel opgekomen als uitdaging. In 2015 renoveerden we nog naar label C, nu naar A++. Van het budget van een renovatie gaat tegenwoordig 30 tot 50% op aan energiemaatregelen. Daar verdienen we maar weinig van terug. Een renovatie kost gemiddeld zeker een ton. Daar zit ook achterstallig onderhoud in, modernisering van de woning, verhoging van kwaliteit. Waar we vroeger in een badkamer alleen de kapotte tegels vervingen, voor tegels van net een andere kleur, knappen we nu vaak de hele badkamer op. En dat is dus niet allemaal rendabel. De huren zitten vaak al tegen de grens aan dus die kunnen we niet verhogen.”

Energiemaatregelen zijn gewoon nog te onrendabel.

Marije: “Over tien jaar is de corporatiesector uitgeput qua financiële middelen.”
Henk Peter: “Er vindt natuurlijk wel waardevermeerdering plaats van het vastgoed, maar die is echt niet zo hoog als de investering. Energiemaatregelen zijn gewoon nog te onrendabel.”

Waarom investeren jullie toch in energietransitie?

Henk Peter: “Comfortverbetering, woonlastenverlaging. Woningverbetering. En energie ook omdat het moet, en omdat het van ons verwacht wordt. Maar daar zit dus wel een grens aan.”
Marije: “Kijk, een renovatie dient meerdere doelen. Dat kan ik goed uitleggen, naar de huurders en naar de toezichthouders. Maar een energiemaatregel zoals we nu meemaken in Overvecht-Noord met de overstap naar elektrisch koken, daarvan kan ik de investering níet uitleggen.”

We investeren in energiebesparing vanwege meer comfort, minder hoge woonlasten en woningverbetering.

In Overvecht-Noord zijn veel woningen, vooral appartementen, op stadsverwarming aangesloten. Daar wordt nog wel aardgas gebruikt: om te koken. Dit betreft zo’n 4.500 woningen. Het aardgasvrij maken hiervan betekent dan ‘enkel’ het overstappen van gasfornuizen op inductieplaten (en het verzwaren van elektriciteitsvoorziening en het weghalen van de gasmeter en gasaansluiting). 
Gemeente, Stedin en woningcorporaties hebben dit grondig onderzocht. De voorlopige uitkomst is dat het financieel nog niet uitkan. Bij de huidige wet- en regelgeving. Want: de een moet betalen, de ander houdt geld over. Dat kan nu nog niet gedeeld worden. 
Stedin hoeft het oude gasnet niet te vernieuwen als iedereen op inductie overstapt. Stedin zou dan dus geld overhouden. Huurders hoeven geen vastrecht voor het aardgasnet te betalen, die houden ook geld over. Corporaties moeten investeren in de meterkast en de dikke stroomkabel naar de keuken, en corporatie of huurder moet de inductieplaat kopen. 
Nu mag de corporatie geen hogere huur vragen, omdat de huren vaak al tegen het maximum zitten, maar ook omdat de wet enkel voorschrijft dat er een kookvoorziening in de woning moet zitten en de energievoorziening ervan geen verschil in kwaliteit uitmaakt. 
Stedin mag van de toezichthouder alleen geld steken in aanleg en instandhouding van elektriciteits- en gasnetten. Niet in kookvoorzieningen.
Hier is dus een impasse ontstaan. De partijen hebben de regering gevraagd om de regelgeving te vernieuwen. 
Verder is de groep Koken030 https://koken030.nl/ bezig om voor gemeente, Stedin en corporaties een pilot uit te voeren in Overvecht-Noord. Zij gaan bij tientallen mensen langs, over de overstap naar elektrisch koken. 

 

Corporaties bulken dus niet van het geld 

Marije: “Veel mensen hebben het idee: ‘Corporaties bulken van het geld.’ Dat we ons vermogen ‘opeten’ aan energietransitie is nog onvoldoende bekend.”
“Kijk naar het kookgas: de overstap naar elektrisch koken kunnen we op zichzelf best betalen. Maar we doen het níet. Ook als signaal. Want het is, bij de huidige wet- en regelgeving, onrendabel. En dan gaan wij het dus niet zomaar oplossen. Zeker niet als Stedin en huurders profiteren en wij alleen investeren. Dat krijg ik niet uitgelegd. Elektrisch koken is geen maatschappelijk doel. CO2-reductie wel, maar dat levert elektrisch koken nauwelijks op.”
 
Henk Peter: “Onze achterban heeft een laag inkomen, te laag om zich een extra bijdrage in verduurzaming te kunnen veroorloven. Dat hebben we enkele jaren geleden goed onderzocht.”
 
Marije: “Kijk naar zonnepanelen. Wij hebben een aanbod waarbij onze huurders maar de helft hoeven te betalen van wat het ze oplevert. Inmiddels lukt het ons om 50 tot 60% te enthousiasmeren. Omdat ze het niet overzien, omdat ze het, of ons, niet vertrouwen.”
 
Henk Peter: “Elektrisch koken is eigenlijk een non-issue. Dat gaat gewoon gebeuren. Alleen nu willen we het op complex- of op gebiedsniveau en ineens, en dan blijkt dat het voordeel van Stedin en huurders niet naar ons mag. Daarom roepen we ook op om de wetten te veranderen.”
Marije: “Dit is voor mij dus ook best principieel.”

Hoe kijken jullie naar de samenwerking in de energietransitie?

Henk Peter: “Die samenwerking gaat niet vanzelf, als ik het eufemistisch mag zeggen. Ik mis nog wel wat inleving bij de partners. En ook consistentie. Kijk naar de overheid: de wethouder Wonen wil meer sociale huurwoningen, de wethouder Grondzaken wil de hoofdprijs voor bouwgrond, de wethouder Duurzaamheid wil dat we investeren in energietransitie. Op rijksniveau ook: men wil vanalles van ons, en de toezichthouder trapt op de rem.”

Van koken naar verwarmen. De warmtetransitie. Wat kunnen we daar verwachten? 

Henk Peter: “Uitbreiden van het warmtenet is natuurlijk een interessante optie. Maar wij moeten de aansluitingen betalen. Aan de monopolist Eneco. Kijk, een warmtenet vraagt hoge investeringen, dus je hebt veel massa nodig en een lange termijn. Veel investeren, door ons – en dan blijkt er over vijf jaar iets veel beters te zijn… Soms vraag ik me wel eens af of we met z’n allen nou het rendementsprobleem van Eneco aan het oplossen zijn. Zou het ook zo gaan als Eneco niet van een Japans bedrijf was maar nog in handen van lokale overheden?”
 
Marije: “En dan heb je ook nog de verduurzaming van het warmtenet. Nu is de warmte nog grotendeels fossiel. Hoe komen we op tijd aan genoeg zekerheid over duurzame warmte?”
Henk Peter: “En je hebt de temperatuur: worden het duurzame bronnen van lage temperatuur, dan moeten wij meer investeren in de woningen, in isolatie en bijvoorbeeld vloerverwarming. De huurder profiteert dan van een beter huis en een lagere energierekening. Maar het moet eerst allemaal van ons komen.”

Eigenlijk kun je zeggen dat bij warmte de grote krachtproef nog moet komen.

Recent is deel 1 van de “transtievisie warmte” van de gemeente door de gemeenteraad vastgesteld. De “wat-kaarten”, met waar een warmtenet de meest logische optie is en waar er nog geen optie eenduidig als beste naar voren komt. Hoe kijken de corporaties hiernaar?
 
Marije: “Juist in de transitievisie horen discussies over de maatschappelijke businesscase, inclusief dus de bronnen, de duurzaamheid en de temperatuur, bij elkaar te komen. Dat zie ik nog te weinig gebeuren.”
Henk Peter: “In Amsterdam zijn alle partijen bij elkaar gaan zitten en zijn gemeente, corporaties, netbeheerder en warmtebedrijven samen gaan rekenen aan het energiesysteem inclusief gebouwen, voor de hele stad. Daar kwam een groot financieel tekort uit geloof ik maar daar gaat het me niet om. Wel gingen ze daar samen dingen máken. Dan gebeurt er wat.”
“Al moet ik ook zeggen dat het nog wel veel van subsidies aan elkaar hangt… En de dingen die dan wél gebeuren leveren dan wel procesinnovaties op maar voor zover mij bekend nog geen productinnovatie. Geen goedkopere warmtenetten of andere systemen. En dat hebben we wél nodig.”

Marije: “Voor mij is Overvecht-Noord een vorm van een experiment. Om van te leren. Net als van andere projecten. Wij zijn bijvoorbeeld gestopt met nul-op-de-meter bij renovatie van bestaande woningen. Bij nieuwbouw doen we het nog wel. Omdat de energieprestatievergoeding te onzeker is en te ingewikkeld.”
 

Bij nul-op-de-meter doet de corporatie, of in het algemeen: de woningeigenaar, een forse investering. In isolatie, energiezuinige ventilatie, een warmtepomp, en energieopwekking via zonnepanelen. Dat levert ook een forse energiebesparing en comfortverbetering. De manier voor de eigenaar om de investering terug te verdienen is niet zozeer hogere huur, want die kan niet veel hoger, en de woning wordt ook niet groter. Maar wel de energieprestatievergoeding. De huurder betaalt die vergoeding aan de woningeigenaar en betaalt minder aan het energiebedrijf.
 

Marije vervolgt: “We deden het experiment op de Henriëttedreef. Een energieléverend flatgebouw! Daar zit het nodige aan innovatiesubsidie op. En we vragen een “energie-service-vergoeding” aan de huurders. Een soort servicekostenregeling. De EPV lukt hier niet omdat we een collectief systeem hebben en daar voorziet die regeling nog niet in.
Dit experiment was voor ons eenmalig. Nog veel te duur om te kunnen kopiëren. En de regelgeving moet dus nog verbeteren. Wij hebben hier echt onze nek uitgestoken. Ook ikzelf naar onze commissarissen en onze toezichthouder. Nu is het aan anderen om dit verder te brengen.”
 
Henk Peter: “Wij hebben iets vergelijkbaars meegemaakt met onze Flat met Toekomst, vlakbij de Henriëttedreef. Gaan we ook niet kopiëren.”
 
Beiden: “Bij warmte moet de grote krachtproef dus nog komen.”

Energie-U: Hoe kijken jullie naar Energie-U?

Henk Peter: “Ik denk dat bij jullie vooral eigenaar-bewoners zijn aangesloten, en dat iedereen ‘aan de voorkant van de energietransitie’ zit. Uitdaging zie ik dan in hoe je de gemiddelde (eigenaar-)bewoner bereikt.”
Marije: “De op energietransitie kritische bewoner zit nu niet aan tafel. De huurder ook niet. Daar is nog iets te verbeteren. Ligt ook een kans.”
 
Sander vult nog wel aan dat in Overvecht-Noord buurtgroepen zichzelf organiseren, waarvan de kernleden ook aangesloten zijn bij Energie-U. Zo is best een mooi gelaagd model ontstaan.
 
Marije: “Waar ik voor de korte termijn ook wat in zie, is in situaties waar wij bezig gaan met bijvoorbeeld een renovatie, en waar ook eigenaar-bewoners zijn, dat we daar samenwerken. Energie-U zou daar een rol bij kunnen spelen. Kijk bijvoorbeeld naar de groep in de straat Tirol in Lunetten, die het voortouw nam en waar wij ons bij aansloten.”

Wat wil je verder nog kwijt? 

Marije: “Het lijkt nu misschien wel dat wij duurzaamheid totaal niet belangrijk vinden en alleen wat doen omdat het moet. Voor mij geldt dat persoonlijk niet. Sterker, ik vind het persoonlijk belangrijk dat we ons als sector hier hard voor maken omdat ik me goed realiseer dat als wij, gezien de massa en vuist die we kunnen maken, kunnen komen tot innovatie en kostenreductie in de markt. Daar profiteren uiteindelijk particulieren van. Het belang zie ik dus absoluut. Het voor de lange tijd financieel gezond houden van de corporatiesector is echter nóg belangrijker en dat betekent simpelweg dat wij heel bewust moeten omgaan met onze middelen en investeringen.” 

“Van Bo-Ex kan de stad dan ook verwachten dat wij, binnen de grenzen van onze financiële mogelijkheden, toewerken naar een CO2-neutrale woningvoorraad in 2050. Dat betekent dat we enerzijds investeren in innovaties zoals wij dat doen bij de Henriëttedreef en in het IRIS-project in Kanaleneiland, en gezamenlijk met Mitros en Portaal vanuit de isolatie-uitdaging, en tegelijk ook werken aan opschaling, zoals met de Utrechtse renovatieversneller.”

Henk Peter krijgt het slotwoord. 
“Allereerst: Ook Mitros werkt uit volle overtuiging mee aan de energietransitie en ook voor ons is CO2-neutraal in 2050 een onomstreden doel. 
Wij willen heel graag met andere partijen samenwerken om te innoveren op het gebied van de verduurzaming. We denken dat we met de huidige aanpak nog niet het ei van Columbus hebben en dat we betere en goedkopere manieren van verduurzamen moeten vinden. Daar willen we graag aan meewerken.
Ook zie ik dat grote groepen deze transitie niet uit zichzelf gaan doen. Vroeger bij ons thuis hadden we een olieketel. Mijn vader ging over op aardgas niet omdat hij dat graag wilde, maar omdat de olie niet meer geleverd werd. Doorgetrokken naar nu: pas als een alternatief maatschappelijk aanvaard is, kan je de gaslevering gaan stoppen.
In Overvecht-Noord willen we de mensen verleiden om op elektrisch koken over te stappen. Daar sturen we ze ook een brief over. En als ze níet meedoen, komen we met een volgende brief waarin we zeggen dat we toch overgaan op dwang, via de Crisis- en Herstelwet. Waarom zeggen we dat niet direct?”
 

De Utrechtse energiecoöperatie Energie-U wil graag dat alle Utrechters zich positief deelgenoot voelen van de warmtetransitie in onze stad. Dit doen we door te informeren, inspireren en activeren. Een activiteit is de rubriek ‘Energie-U op de koffie bij…’ waarin we bijpraten met allerlei partijen die een rol spelen in de Utrechtse warmtetransitie. We hebben het over actuele ontwikkelingen, over wat ons bezighoudt, over hoe we beter en resultaatgericht kunnen samenwerken. Weet jij een partij die in deze serie niet mag ontbreken? Of heb je een brandende vraag waar je graag het antwoord op wilt? Geef het aan ons door via info@energie-u.nl.